Bruidsjaponnen, doopjurken, hoeden en uitvindingen op Landgoed Verhildersum in Leens
Ieder jaar toont Landgoed Verhildersum een deel van haar uitgebreide textielcollectie. Dit jaar is een keus gemaakt uit bruidsjaponnen en doopjurken uit de 19e eeuw en eerste kwart 20e eeuw. Bij bruidsjaponnen denkt men tegenwoordig vaak aan wit, kant, satijn en dergelijke. De meest prachtige japonnen passeren de revue in populaire programma’s op tv of in tijdschriften. Want wie wil op zo’n bijzondere dag nu niet op z’n paasbest voor de dag komen?
Ook in de 19e eeuw wilde men graag een prachtige japon voor deze bijzondere gelegenheid, maar een japon voor één dag was ondenkbaar. De praktische kant speelde een grote rol. Zo’n nieuwe japon kostte veel geld, iets wat lang niet iedereen zich kon veroorloven. Veel minder gefortuneerden kozen dan ook voor een nette, soms gekleurde, japon voor deze gelegenheid, die later voor zon- en feestdagen gebruikt kon worden.
U ziet bijvoorbeeld een bruidspaar in Groninger Dracht uit 1840 en een modieuze trouwjapon met crinoline uit 1852. Maar ook de rijkere bovenlaag koos voor een japon die langere tijd gebruikt kon worden. Uiteraard wel naar de nieuwste mode. Prachtige dunne, bedrukte katoen met tule en kloskant, geborduurd fluweel of van satijn of katoenen broderie. En wat vooral opvalt – ze zijn meestal niet wit. Mede door invloed van koningin Victoria was de kleur zwart lange tijd populair. Daarnaast was het praktisch een nette zwarte japon in je garderobe te hebben want zwart werd veel gedragen bij kerkbezoek en officiële gelegenheden. Een "Little black dress" zou je nu zeggen. Voorbeelden van japonnen van rond 1900 geven een indruk van de veranderende mode. De bruidegom droeg een keurig zwart lakens pak. Zo’n zwart pak ging vaak een leven lang mee.
De kleding van de nuigers (mannen die rondgingen om iedereen uit te nodigen) is kleurig, met satijn damasten vesten met ingeweven motieven of een rood wollen hemdrok. De sieraden van de vrouwen en mannen geven aan dat de eigenaars zeker niet onbemiddeld waren.
Doopjurken
Niet alleen de volwassenen volgden de mode, ook voor de kleintjes werd de doopjurk aangepast aan de mode: met rechte mouwtjes of pofmouwtjes, hoge taille of gewone taille, met sierzoompjes, een lijfje in V-vorm, vaak geven juist de kleine details iets prijs over de tijd waarin ze gemaakt zijn. In de 19e eeuw werden deze jurken trouwens niet alleen tijdens de doop gedragen. Pas in de twintigste eeuw veranderde dat.
De jurken zijn gemaakt van batist, tule en katoen, vaak rijk geborduurd en afgezet met kant en stroken. Ze hebben vaak losse mouwtjes of mitaines. Mitaines zijn witte katoenen lange "armmoffen", gebreid van hele dunne katoen op stalen breipennen (pendikte 0,8 à 1 mm). Waarschijnlijk werden ze door ervaren breisters, als huisnijverheid, in opdracht gebreid. Ze zijn niet gebreid voor de warmte, maar om de handen en onderarmen te bedekken. Ook dames droegen mitaines. Dames werden niet geacht bruin te worden in de zomer. Een gebruinde huid gaf aan dat men buiten werkte en dus geen "dame" was. De meeste mitaines uit de collectie zijn dan ook afkomstig uit gegoede families. Kleine kinderen droegen ook een mutsje. De vormen van mutsjes voor jongens en meisjes zijn verschillend. Deze mutsjes variëren van sober tot overdadig versierd met kantjes, stroken en lintjes. De jurken zijn vaak jarenlang zorgvuldig bewaard en werden dan ook als familiestuk beschouwd en door meerdere generaties gebruikt.
Hoeden…
In de vitrine van het Museumcafé is een kleine selectie uit de collectie Feldbrugge te zien, die een paar jaar geleden in het bezit van Verhildersum is gekomen. De firma Feldbrugge was generaties lang hoedenmakers in Groningen. De firma, opgericht in 1879, groeide uit tot een toonaangevende zaak in hoeden, veren, linten, tules, kanten en fluweel. De zaak omvatte acht winkels. Feldbrugge kocht zijn veren bijvoorbeeld in Parijs waar rond de eeuwwisseling tachtig firma’s waren die in veren, hoeden en kant handelden. De firma Feldbrugge leverde ook aan modinettes in de omliggende dorpen.
In de vitrine ziet u het materiaal waar de hoeden van werden gemaakt, zoals vilt, stro (haverstro, vanwege de gladde structuur), sisal en kunststof (na 1960). Ook naaimachines, mallen, strijkijzers en gereedschap is in de vitrines te zien. Een werkboek, vol met ideeën en aanwijzingen voor hoeden, en een klantenboek met aantekeningen als: "Zaak marcheert goed, tamelijke grote omzet, fatsoenlijk oppassend man" geven een mooi inkijkje in de wereld van deze hoedenmakers.
Uitvindingen
In de Museumboerderij is nog veel meer te ontdekken. U kunt hier van alles te weten komen over de Arendploeg of de Eagleplow, een ploeg die door Kornelis Borgman meegenomen werd uit Amerika. In 1850 bezocht hij twee van zijn broers, zijn zus en andere familieleden, die in de jaren daarvoor naar Amerika geëmigreerd waren. Hij keek zijn ogen uit en maakte veel aantekeningen van de moderne wijze van landbouw, de nieuwe technieken en verbeteringen van materialen in de landbouw. De Eagleplow of Arendploeg die Kornelis mee terug nam, betekende een grote verbetering in het ploegen. De Groninger voetploeg was zwaar en moeilijk te besturen. Hij moest getrokken worden door drie of vier paarden, terwijl de Arendploeg door twee paarden getrokken kon worden. Bovendien leverde het mooier werk, de vore werd beter gekeerd en verbrokkelde de aarde beter. Door overal demonstraties en wedstrijden te houden, werd de Arendploeg al snel populair, zo zelfs dat de plaatselijke smeden de ploeg gingen namaken.
Ook Kornelis vriend, Cornelis Reinders, was een vooruitstrevende boer. Zijn opa begon met het preventief inenten van vee tegen runderpest. Zijn vader bouwde in 1828 zelf zaaimachines om graan en peulvruchten in rijen te zaaien. Ook experimenten met vruchtwisseling om bodemvruchtbaarheid te bevorderen en bodemziekten te voorkomen, werden op zijn boerderij Groot-Zeewijk achter Warffum uitgevoerd. Nieuwe zaden uit het buitenland werden er uitgeprobeerd en meststoffen op hun werking getest. In 1846 werd uit Amerika een hekeldorsmachine geïmporteerd, een machine die het graan kon dorsen, schudden en zuiveren in één werkgang. Een hele vooruitgang. Ook een lepel-zaaimachine, een schoffelwerktuig en een stoomdorsmachine werden op zijn bedrijf gebruikt. Maar een van de belangrijkste vindingen was de drainage, die hij rond 1855 introduceerde. Stenen buizen die in de grond werden gelegd om overtollig water af te voeren. Zo kon zelfs in een natte herfst de oogst van het land worden gehaald.
Geschiedenis
Wilt u meer weten over de bouwgeschiedenis van Verhildersum? Aan de hand van een tijdlijn kunt u de ontwikkeling van Verhildersum van steenhuis tot landhuis volgen. Gebouwd in de dertiende eeuw als versterkt stenen huis en gebruikt om in tijden van oorlog en watersnood een veilig onderdak te hebben, groeide de borg langzamerhand uit tot een carré-vorm, met imposante trapgevel, twee puntgevels en een poortgebouw.
Aan het eind van de 17e eeuw kreeg Verhildersum een L-vorm, geheel naar de mode van die tijd. De borg is dan de residentie van de adellijke familie die zomers de stank en warmte in de stad ontvlucht. Aan het eind van de achttiende eeuw verdween ook oostelijke vleugel en werd een nieuwe gevel voor het hoofdgebouw geplaatst, om een mooi evenwichtig beeld te geven. Naar de mode van die tijd is het een één-laags huis van arcadische eenvoud, met een heldere, overzichtelijke opzet en indeling, representatief voor het ideaal van het eenvoudige landleven. Tot 1953 is de borg bewoond geweest. Toen werd het verkocht aan de gemeente. Nu is het gebouw weer als huis ingericht en krijgt u een beeld hoe het leven op een Groninger borg in de 19e eeuw was. Door middel van een film kunt u de bouwgeschiedenis stap voor stap volgen.
Huidige bewoners
De huidige bewoners van de borg zijn een kolonie vleermuizen. De afgelopen 2 jaar is gewerkt aan de film "Wat spookt er ’s nachts rond Borg Verhildersum". Kortgeleden is deze film gepresenteerd. Het is een echte publieksfilm geworden over de vleermuizen op Landgoed Verhildersum.
Aanleiding voor het project is dat er opvallend grote aantallen vleermuizen op het landgoed voor komen. ’s Nachts als iedereen slaapt, is er nog veel leven in en om Verhildersum. De Borg wordt namelijk gebruikt door meerdere soorten overwinterende vleermuizen. Na de winterslaap wemelt het van de foeragerende vleermuizen boven de borggracht. Tijdens de zomerperiode zijn er meerdere (kraam)kolonies van vleermuizen en in het najaar wordt het landgoed door trekkende vleermuizen als pitstop en paarverblijf gebruikt.
Bezoekers aan de Borg horen, ruiken en zien soms de vleermuizen. Om het "onzichtbare" leven van deze dieren voor het publiek zichtbaar te maken, is deze publieksfilm ontwikkeld. Hierdoor worden de vleermuizen positief in beeld gebracht en wordt ook duidelijk dat Landgoed Verhildersum voor natuurliefhebbers zeer de moeite waard is.
Tussen de beelden zitten unieke opnames. Zoals van parende ruige dwergvleermuizen, wat wereldwijd een primeur is. Hierdoor is er ook internationaal veel interesse voor de film. De prachtige natuuropnamen brengen het leven rond de Borg Verhildersum door de seizoenen heen in beeld. De film is in de Museumboerderij te zien.
Zie en ontdek…
Al dit moois, en nog meer, is het hele seizoen te zien op Landgoed Verhildersum in Leens. Kom langs, stap terug in de tijd en ontdek de 19e eeuw!
Landgoed Verhildersum
Wierde 40
9965 TB Leens
telefoon: 0595 - 571 430
Bezoek de website www.verhildersum.nl en volg het landgoed ook op Facebook en Twitter !
Over Landgoed Verhildersum
Op het Hogeland, in het Noordwesten van de provincie Groningen, vlakbij het Lauwersmeergebied en de Waddenzee, ligt het dorp Leens. Deze prachtige plek wordt omringt door oude bomen, eindeloze akkers, kronkelende kanalen, wierden en borgen. Hier, aan de rand van het dorp, ligt Landgoed Verhildersum.
Deze wereld van geschiedenis en cultuur, 32 hectare groot, vertelt het verhaal van het 19e-eeuwse Hogeland. Laat u verrassen en meenemen in een wandeling door het verleden, over de aloude landadel en nieuwe borgbewoners, de rijke boerenstand en de arme landarbeiders. Kortom: van de vele facetten van de geschiedenis, die voor ieder iets moois verborgen houdt. Ontdek, alleen of met vrienden en/of familie, de verhalen en bijzonderheden van het verleden en laat ze tot leven komen op Landgoed Verhildersum.
Het landgoed is van april tot en met oktober, van dinsdag tot en met zondag, van 10:30 tot 17:00 uur geopend.